Eet Vlees!

Eet vlees!

een omnivoraal manifest

De Ekoland van november 2011 had als thema vlees. Dit thema kwam ondermeer tot uitdrukking in het mooie portret van slager Gerrit Takke. Maar ik werd meer getroffen door iets anders. Zowel in het editoriaal als in het verhaal over de vegetarische slager en de afsluitende kolom van Jos van Duinen werd het eten van vlees niet omarmd. Er werd geschreven dat het eten van vlees zijn onschuld heeft verloren, diervriendelijk vlees niet bestaat en de consumptie ervan decadent is. Kortom, aan deze artikelen die een substantieel deel uitmaakten van dit themanummer lag een vleesvijandige of, vriendelijker geformuleerd, een vegetarische houding ten grondslag. Nu heb ik niets tegen het vegetarisme als een persoonlijke keuze, maar ik ben het niet eens met het ongekwalificeerd als fout wegzetten van vlees. De Ekoland staat hierin echter niet alleen en sluit aan bij een bredere vegetarische trend waarin het eten van vlees wordt beschouwd als nieuw taboe, als ‘het nieuwe roken’. De groeiende hoeveelheid in de supermarkt tentoongespreide vleesvervangers getuigt van deze trend. Vleeseters moeten steeds vaker uitleggen waarom ze vlees eten en het is deze uitleg die het themanummer in mijn mening node miste. Vandaar mijn uitleg waarom je wel vlees zou moeten eten.

Tien jaar heb ik vlees noch vis gegeten. Maar nu eet ik weer vlees, Ik ben een born again omnivoor. Waarom eet ik weer vlees? Het eten van vlees is ecologisch en ethisch verantwoordt, gezond en lekker. Een voorbehoud moet hierbij worden gemaakt, niet al het vlees is gelijk geschapen. Er is ook fout vlees. Ik pleit niet voor een zonder onderscheid consumeren van al het vlees. Wanneer ik vlees eet en andere daartoe oproep bedoel ik goed vlees. Goed vlees is ecologisch, ethisch, medisch en culinair verantwoordt. Wat is nu dit goede vlees?

Goed vlees is ecologisch verantwoordt dat wil zeggen op een natuurlijke wijze geproduceerd. De natuur wordt geïmiteerd en de kringloop gesloten. Herkauwers zoals koeien zijn er op gebouwd om grote hoeveelheden vezelrijk materiaal -gras- om te zetten in vlees, melk en mest. Gras -eigenlijk een polycultuur van grassen, vlinderbloemigen, gewenste en ongewenste kruiden- kan binnen een akkerbouw systeem gebruikt worden om de bodemvruchtbaarheid te behouden en te bevorderen. Bovendien leveren de dieren mest, deze mest is geen probleem, maar onderdeel van de oplossing. Het mestprobleem ontstaat alleen als de plantaardige en dierlijke productie uit elkaar worden gehaald[1]. Gronden waar geen akkerbouw kan worden bedreven door de grondsoort, de te hoge waterstand of de hellingshoek, zogenaamde marginale gronden kunnen door tussenkomst van herkauwende dieren toch productief worden gemaakt. Deze tussenkomst is nodig, want mensen eten geen gras. De efficiënte ecologische productie van vlees geldt niet allen voor herkauwers maar ook voor eenmagige dieren zoals varkens en kippen. Deze dieren kunnen door zelf te foerageren in een gedeelte van hun dieet voorzien, bijvoorbeeld varkens in eikenbossen en kippen in grasland. Bovendien zijn zij instaat om restproducten verwerken. Zoals varkens traditioneel de wei van zelfkazende boeren opslobberden.

 

Ecologische geproduceerd vlees is vlees geproduceerd met het oog op de kringloop. Deze kringloop is niet alleen een kringloop van nutriënten, maar ook de kringloop van het leven. Het is deze natuurlijke kringloop waar de dood ook altijd deel van uit maakt. De dood is onontkoombaar. Vlees is niet diervriendelijk als diervriendelijk betekent dat het dier niet wordt gedood. In deze zin is er echter geen diervriendelijk voedsel, bij elke vorm van voedselproductie zullen er direct of indirecte dieren gedood worden. Vlees is wel diervriendelijk, als dat betekent dat het dier met respect wordt behandeld, dat het dier wordt gehouden op een wijze die aanluit bij zijn aard.

Je bent niet alleen wat je eet, maar je bent ook wat je eet, eet. Dieren die op een natuurlijke wijze worden gehouden krijgen ook dat voedsel dat aansluit bij hun behoeften. Dit gezonde dieet vormt de basis voor een gezond dier, dat weer de basis vormt voor een gezond product. Vlees en melk van koeien die voornamelijk ‘gras’ vreten bevat bijvoorbeeld meer omega 3 en 6 vetzuren dan melk en vlees van koeien die veel granen krijgen[2]. Het eten van dit vlees sluit aan bij het natuurlijke dieet van de mens, de mens is tenslotte geen herbivoor, maar een omnivoor. De mens is meer een varken dan een koe. Eet daarom zonder schuldgevoel een goed stuk vlees. Om het op de wijze van Michael Pollan’s eetregels te formuleren[3]

Eet vlees, goed vlees. Niet te vaak.

[1] “Once plants and animals were raised together on the same farm — which therefore neither produced unmanageable surpluses of manure, to be wasted and to pollute the water supply, nor depended on such quantities of commercial fertilizer. The genius of America farm experts is very well demonstrated here: they can take a solution and divide it neatly into two problems.” The Unsettling of America : Culture & Agriculture (1996), p. 62

 

[2] http://www.eatwild.com/

[3] In Defense of Food: An Eater’s Manifesto. New York: Penguin Press. 2008. ISBN 9781594201455.